Onwil om PBM te gebruiken : “het schudt, schuurt, knelt of past niet”

Vertaald uit het Zweeds door Henk Stuiver.

Stress, machocultuur, de verkeerde maat en geen hulpstukken voor valbeveiliging. Als gevolg daarvan gebruiken de werknemers geen persoonlijke beschermingsmiddelen. Maar bescherming die het werk ingewikkelder maakt en niet samenwerken zijn meer voorkomende redenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek.

Gehoorbeschermers, veiligheidsbrillen, gasmaskers en helmen. Maar niet alle vier de PBM tegelijk, ook al is dat vereist. Dit is hoe persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt. Dat blijkt uit nieuw onderzoek gefinancierd door Afa Försäkring. Bij Afa Försäkering zijn 9 van de 10 Zweedse werknemers verzekerd tegen ongevallen. Dit in samenwerking met de vakbonden en overheid.

– Elke PBM  op zich is best in orde, maar zodra zij verschillende PBM samen moeten gebruiken, ontstaan er problemen. Het is de combinatie van bescherming die niet werkt – het schudt, schuurt en drukt, zegt Anna-Lisa Osvalder, hoogleraar mens-machine systemen aan de Chalmers University of Technology in Gothenburg.

Samen met onderzoekscollega’s van de Technische Universiteit van Lund en de Maritieme Universiteit van Kalmar heeft Anna-Lisa Osvalder bestudeerd waarom persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt en waarom dat niet gebeurt.

Twee sectoren met een hoog risico werden geselecteerd: de bouw en de scheepvaart. In beide gevallen gaat het om bedrijfstakken waar beschermende uitrusting verplicht is, maar waar nog steeds ongelukken gebeuren omdat die bescherming niet wordt gebruikt.

De schoorsteenvegersindustrie werd later toegevoegd op verzoek van de National Association of Chimney Sweepers. Zij wilden het veiligheidsbewustzijn in de industrie vergroten.

– Veel mensen werken alleen in het beroep van schoorsteenveger en er heerst al veel te lang een machocultuur,” zegt Anna-Lisa Osvalder.

De onderzoekers hielden online enquêtes, bezochten werkplekken en interviewden zowel toezichthouders als gebruikers van de PBM’s. De analyse is compleet. Het onderzoeksrapport, dat eind juni klaar zou moeten zijn, wordt nu geschreven en gebundeld. Sommige bevindingen gelden voor alle drie de sectoren.

– De PBM’s zijn afzonderlijk ontwikkeld. Er is niet over nagedacht hoe deze samen kunnen worden gebruikt.

Anna-Lisa Osvalder heeft begrepen dat noch de fabrikanten van de PBM’s, noch de werkgevers, noch de gebruikers van de PBM’s hebben nagedacht over het feit dat de combinatie van PBM’s een probleem vormt. Tegelijkertijd blijkt uit de antwoorden op de enquête dat slechts enkele PBM’s tegelijk worden gebruikt. Volgens Anna-Lisa Osvalder is daar niet veel onderzoek naar gedaan.

– Je draagt niet tegelijkertijd bril, gehoorbescherming en een helm. Soms heb je een helm en gehoorbescherming, dan doe je de gehoorbescherming af en zet je de ademhalings-bescherming of de bril op.

”Het is warm, de PBM schuurt en broeit en daarom doe je het een poosje af”- Ana-Lisa Osvalder.

Iedereen weet dat beschermingsmiddelen moeten worden gedragen, maar het comfort vormt een belemmering, zoals blijkt uit de enquêtes en de bezoeken aan de werkplekken.

”Het is warm, de PBM schuurt en broeit en daarom doe je het een poosje af”- Ana-Lisa Osvalder.

De verschillende beroepsgroepen in de bouwnijverheid zeggen dat helmen zwaar zijn en de nek en schouders belasten. De hoogte van de steiger is 1,80 meter, wat betekent dat bouwvakkers hun nek moeten buigen, wat zwaar is en waardoor ze slecht zicht hebben.

Schilders zeggen dat het dragen van een helm bij binnenschilderwerk onnodig belastend is. De bril beslaat zowel in de winter als in de zomer en er komen gemakkelijk krassen op. De riemen van de valbeveiliging zijn hard en schuren en één respondent stelt voor de riemen breder te maken.

Een groot deel van de 350 bouwvakkers die op de vragen van de onderzoekers hebben geantwoord, zegt ook dat de beschermingsmiddelen ongeschikt zijn voor hun werk en daarom niet worden gebruikt.

– Ze zeggen dat de toezichthouders het werk moeilijker maken. Bijvoorbeeld, het vallijn is bevestigd aan de borst. Het zit in de weg en zorgt ervoor dat het langer duurt om het werk te doen. Beschermingsmiddelen die door meerdere personen worden gebruikt, zoals valbeveiliging, veroorzaken bijzondere problemen.

– Als je maar één maat koopt, is die vaak groot. Ze denken dat het iedereen moet passen. Maar dat is niet het geval,” zegt Anna-Lisa Osvalder.

De maat kan tot op zekere hoogte worden aangepast, maar de instructies zijn ingewikkeld en de valbeveiligingen zijn moeilijk aan te doen.

– Niemand heeft gemeld dat ze er te ruim inpassen. Men gebruikt de valbeveiliging niet voor kortere klussen omdat het te veel werk is om aan te doen.

De onderzoekers, van wie er verschillende werkzaam zijn op het gebied van ontwikkeling en design, hebben PBM’s aangeschaft en deze zelf getest om de antwoorden op de enquête te verifiëren. Zij dringen erop aan dat op de werkplek verschillende maten en grootte van PBM’s beschikbaar zijn en dat tijd wordt uitgetrokken voor betere instructie en opleiding.

Niet alleen steigerbouwers, maar iedereen die een valbeveiliging gebruikt, zou er een moeten hebben, zodat hij deze niet iedere keer zelf hoeft in te stellen.

– Een valbeveiliging is veel complexer dan we dachten. Het kan een kwartier duren om het aan te krijgen en dan slaan mensen hem over. Als de klus tien minuten duurt, wordt de valbeveiliging als onnodig ervaren. Het risico is nog steeds klein, denk men…..

Wat kan er gebeuren?

– Natuurlijk bestaat het risico dat je valt en je ernstig verwondt.

Anna-Lisa Osvalder voegt daaraan toe dat persoonlijkheid ook van invloed is.

– We vinden het moeilijker te begrijpen dat als er iets gebeurt, dat het jezelf overkomt. Mensen hebben verschillende persoonlijkheden en ervaringen en schatten risico’s verschillend in. Uit onderzoek naar verkeersveiligheid weten we dat het heel moeilijk is om de laatste vijf procent een gordel te laten dragen.

Stress is een factor. In de antwoorden op de enquête geven bouwvakkers aan dat de tijdsdruk moet worden verminderd voor taken waarbij beschermingsmiddelen zoals valbeveiliging moet worden gebruikt.

– Er is altijd tijdsdruk in de bouwsector. Het mag geen extra tijd kosten,” zegt Anna-Lisa Osvalder.

Vergeetachtigheid en luiheid zijn ook redenen waarom PBM niet worden gebruikt. Evenals het feit dat de reden dat PBM’s zelf een gevaar kunnen zijn. Een voorbeeld uit de antwoorden op de enquête is wanneer gehoorbeschermers het onmogelijk maken om te horen wanneer iemand je waarschuwt.

In de schoorsteenvegersbranche, waar vaak op daken wordt gewerkt, worden valbeveiligingen zelden gebruikt. Tijdsdruk is de belangrijkste reden. De per klus bestede tijd is exclusief het dragen van een valbeveiliging. In de meeste gebouwen ontbreken ook bevestigingspunten voor valbeveiligingen. Het feit dat schoorsteenvegers vaak alleen werken en dat de eigenaar van het terrein zelden aanwezig is, speelt ook een rol.

– Schoorsteenvegers lopen vaker het risico om te vallen/ hangen, en dan knelt de valbeveiliging af. Dit belemmert de bloedtoevoer, waardoor ze gevaar lopen gewond te raken. Ze zeggen: “Als ik val, loop ik het risico dat ik te lang blijf hangen” zegt Anna-Lisa Osvalder, die eraan toevoegt dat gebouweigenaren iets moeten doen aan het gebrek aan bevestigingsmiddelen wanneer deze worden gebouwd.

Op sommige werkplekken is er een routine onder de schoorsteenvegers om te controleren of iedereen aan het eind van de dag van zijn opdracht is teruggekeerd.

Dat de machocultuur hoog is onder schoorsteenvegers, blijkt uit interviews uit de industrie. Als de schoorsteenvegers het over veiligheid hebben, gaat het meer over stress en werkdruk dan over PBM’s, terwijl jongere mensen vaker een andere houding hebben, zo blijkt uit interviews met schoorsteenvegers.

– De jongeren zijn geschoold in een andere maatschappij. We praten tegenwoordig veel meer over risico’s in de samenleving,” voegt Anna-Lisa Osvalder eraan toe.

Het feit dat jongeren vaker beschermingsmiddelen gebruiken dan ouderen is een algemene bevinding in de drie sectoren. De aanstellingsvorm is mede van invloed wanneer je een uitzendkracht bent, een vaste aanstelling hebt, of uit een andere cultuur komt, men een betere toegang heeft tot PBM.

– Als anderen het gebruiken, gebruik jij het. Je wilt erbij horen en deel uitmaken van de groep,” zegt Anna-Lisa Osvalder.

Maar de cultuur kan ook in de tegenovergestelde richting werken en het gebruik van bescherming ontmoedigen. In de geselecteerde sectoren zijn risico’s normaal en is de aanvaarding vaak groot.

– Er is een tendens om extra beloond te worden als je iets snel, snel en gemakkelijk doet.

Bij de grote bouwbedrijven zijn de eisen hoog en is de beschikbaarheid van PBM’s goed. Incidenten en ongevallen op bouwplaats leiden ook tot een verhoogd gebruik, evenals toezichthouders op de bouwplaats en klanten en opdrachtgevers die eisen aan gebruik van PBM’s hebben gesteld.

Werknemers die zich niet aan de regels houden en geen PBM’s gebruiken, riskeren alles van een berisping tot schorsing of waarschuwing. Ook persoonlijke boetes en herplaatsing zijn gemeld.

– Werknemers bij grote bouwbedrijven die geen PBM’s gebruiken, kunnen een waarschuwing krijgen of hun baan verliezen. In kleinere bedrijven kan het zijn dat er niets gebeurt.

Volgens Anna-Lisa Osvalder is het in de bouwsector duidelijk dat beschermingsmiddelen worden gebruikt omdat er wetten en voorschriften zijn. In het algemeen houden grote ondernemingen zich beter aan de regels dan kleinere.

Om PBM’s te kunnen gebruiken, moet deze ook beschikbaar zijn. Op zee en voor de individuele schoorsteenveger met een tijdelijke opdracht is het moeilijker om de juiste PBM’s te verkrijgen mocht dat nodig zijn.

Een ander probleem is het haar. Baarden zorgen ervoor dat ademhalingstoestellen niet goed afsluiten en kunnen de doeltreffendheid van de bescherming verminderen. Lange losse haren kunnen blijven haken en opgezet wordt het bobbelig onder de helm. Bescherming in combinatie met piercings en sieraden is ook een probleem, zegt Anna-Lisa Osvalder.

– PBM’s moeten anders worden ontworpen. Je kunt niet eisen dat iedereen die werkt kort haar heeft en geen baard.

Zelfs op zee zorgen PBM’s ervoor dat ze niet samen kunnen worden gebruikt. De combinatie van een reddingsvest en een valbeveiliging, die nodig kan zijn wanneer het gangboord moet worden gebruikt, is een voorbeeld van PBM’s die niet altijd wordt gebruikt omdat zij het werken bemoeilijkt. De eisen van de klant inzake het gebruik van beschermingsmiddelen zijn ook een belangrijke factor in de maritieme sector.

– De grote oliemaatschappijen zijn zeer veiligheidsbewust en stellen vaak hogere eisen dan de wet voorschrijft, zegt Cecilia Österman, onderzoeker aan de Universiteit Linnaeus en deelnemer aan de studie.

Om de PBM’s te kunnen gebruiken, moet zij beschikbaar zijn en ook de juiste maat hebben. Het unieke van schepen is dat het niet mogelijk is meer beschermingsmiddelen aan te schaffen dan er al aan boord zijn,” aldus Cecilia Österman.

– De winkel is niet om de hoek. Daarom controleren sommige zeelieden in onze studie, die grotere of kleinere maten nodig hebben, altijd wat er beschikbaar is voordat zij aanmonsteren.

De grootte beïnvloedt het comfort, maar ook de veiligheid. Dit geldt voor overlevingspakken, bijvoorbeeld.

– In november 2006 is een Filippijnse zeeman omgekomen in de zee bij Öland. Hij droeg een te groot pak en had de rits geopend omdat hij moeilijk kon ademen wanneer het pak zijn mond bedekte.

Cecilia Österman heeft zelf op zee gewerkt en is na dertig jaar aan boord gegaan van haar eerste schip om te ondervinden hoe het nu gesteld is met de veilheid. Zij gelooft dat de veiligheidscultuur de goede kant op gaat.

– Er zijn nu een heleboel goede voorbeelden. Verscheidene van onze studenten in opleiding voor kapitein ter zee, zeggen dat zij kant-en-klare kits met PBM’s krijgen wanneer zij aan boord komen voor hun stage.

Anna-Lisa Osvalder en haar onderzoekscollega’s hebben nu een verlanglijstje. Zij willen dat de werkgevers veiligheid en risico’s meer bespreken en opleiding en tijd voor de werknemers om de PBM’s te testen.

– Koop in, probeer samen en test. Bespreek de voors en tegens, zodat het vanzelfsprekend wordt om PBM’s te gebruiken.

Ook de fabrikanten moeten zich herbezinnen.

– Het moet cool, praktisch en nuttig zijn om PBM’s te gebruiken, zoals in de mountainbike-industrie. Niemand rijdt op een mountainbike zonder helm, bril, kniebeschermers en handschoenen…..

Anna-Lisa Osvalder voegt toe:

– Nu hopen we dat iemand begint na te denken over hoe de PBM’s bij/ en in elkaar moeten passen en tijdens het werk niet in de weg mogen zitten.

//KARIN NILSSON

Veiligheidsrondje Deel 18 : Werken op een bewegende steiger…..

Bewegende steiger werken op

Inkijkje op een bouwplaats in de binnenstad. Er werken op een drietal bouwlagen een 4-tal ‘bouwvakkers’ op de steiger. Op de 1e etage staat doodleuk (onderste pijl) een cirkelzaag, waar uiteraard ook mee gewerkt wordt, op de verdieping erboven staat een A-trap (bovenste pijl – goed kijken) met de ene helft op de steiger en met de andere helft op een balk van het in aanbouw zijnde pand en iemand er doodleuk op staat te werken, en op de 3e is iemand bezig met (hand) zaagwerk en ander gereedschap.

Het meest griezelige is echter dat de hele steiger heen – en – weer beweegt, met andere woorden deze in niet verankerd aan het bouwwerk….

De iSZW heeft in haar rapport van juni 2017 ‘ Weer Veilig Thuis vanuit je Werk’ helemaal gelijk. 38% van de ernstige en dodelijke ongevallen worden veroorzaakt door gebrek aan motivatie, alertheid van medewerkers en onvoldoende veiligheidsbewustzijn in de organisatie.

De foto hier boven spreekt boekdelen, de ‘bouwvakkers’ droegen geen van allen een veiligheidshelm. De bediener van de cirkelzaag tevens geen gehoorbescherming en veiligheidsbril, maar…………….. echter wel werkhandschoenen…. wat je juist niet aan moet hebben bij draaiende machines………..

Totaal aantal (mogelijke) aanzeggingen – boetes bij dit veiligheidsrondje zijn:

  • 3 x niet gebruiken juiste pbm:
    • helm
    • veiligheidsbril
  • 1 x niet gebruiken juiste pbm:
    • gehoorbescherming
  • ondeugelijk geplaatste steiger
    • – nader onderzoek of het is toegestaan om complete circelzaagmachines op een steiger te gebruiken
    • nader onderzoek juiste verankering steiger

Voor meer info over het rapport iSZW – “Staat van Ernstige arbeidsongevallen Weer Veilig Thuis Vanuit Je Werk” – is te vinden via deze link.

VGWM in de jaren ’70 versus 2017

bouwvakker-laat-tekening-zien

In de beginjaren ’70 was in de woning- laagbouw en industrie het bouwen van goede steigers nog volop in beweging. In de woningbouw kwam je soms nog volledige houten steigers tegen, in de industrie een mix van aluminium – hout en staal.

Schopplanken werden weinig tot niet gebruikt, en ja dan viel er wel eens iets of iemand naar beneden…..

Wel was de bouw destijds (beter) opgeruimd en netjes dankzij de vele oppermannen en bouwopruimers. Mannen welke meestal de zwaarste en smerigste werkzaamheden uitvoerden. Hierdoor werd met name struikelgevaar ondervangen.

Voor gehoorbescherming was er ook nog erg weinig te krijgen. Voor oogbescherming een min of meer standaard bril met zijkapjes. Meestal gebruikte je daarvoor de veiligheidsbril van de Ambachtschool. Werkschoenen met stalen neusen werden in die tijd al wat meer gemeengoed, net als werkhandschoenen en overalls.

En een veiligheidshelm? Die zag je zo goed als niet, en mocht toevallig iemand een (aluminium) helm op hebben dat werd de betreffende persoon nog net niet voor gek verklaard. Je moest gewoon goed uitkijken en je kop niet stoten!

Asbest werd nog volop verwerkt…………. Loodgieters gebruikten meestal asbest voor het afschermen van brandbare oppervlakten – en verwerkten de asbestplaten met de hand en zonder adembescherming, en timmerlieden verwerkten ook nog met grote regelmaat asbesthoudende materialen.

Als lasser had je destijds nog geen brandvertragende kleding- dit was destijds waarschijnlijk alleen beschikbaar bij de brandweer. Laat staan dat er afzuiging was voor de vrijkomende lasdampen. Alles wat je daarover had opgestoken op de Ambachtschool bleek in de praktijk nog nauwelijks voor te komen.

bouwvakkers-sloop-1972

Valbeveiliging kende men wel, maar dan uit natuurfilms over het beklimmen van bergen, werken in hoge bomen, of bij het beklimmen van telefoonpalen of kerktorens.

Laat staan dat er enige vorm van valbeveiliging werd gebruikt tijdens sloopwerkzaamheden (zie foto hiernaast uit 1972)

Werken op hoogte was alleen weggelegd voor ‘onbevreesde evenwichtskunstenaars’ welke min of meer verantwoordelijk waren voor hun eigen veiligheid.

En in 2017? Er is in de afgelopen 45 jaar gelukkig heel erg veel verbeterd dankzij o.a. vernieuwde ARBO wetgeving en regelmatige voorlichting. Met name in de productiebedrijven is het heel erg hard gegaan.

Wat echter wel jammer is, is  de indruk dat er een omgekeerde beweging gaande is. Steeds vaker zie je “onkwetsbaren” wet- en regelgeving met handen en voeten treden door hun werkzaamheden zonder, of met zo weinig als mogelijk PBM, uitvoeren…. en dit bewust wetende met mogelijke persoonlijke en maatschappelijke gevolgen, ook nog eens op de koop toe te nemen………

 

 

Veiligheidsrondje Bouw : deel 6

Sloopwerkzaamheden Weiertplein Emmen.jpg

Sloopwerkzaamheden in een winkelpand. Er zijn 3 mannen aan het werk, eentje staat langdurig op een ladder te balanceren terwijl hij met een electrische afkortzaag en / of slijptol bezig is om leidingen van het plafond los te maken.

De andere 2 mannen zijn bezig met sorteren en opruimen van de sloopmaterialen, zoals metalen, bekabeling en hout en lopen regelmatig vlakbij en onder de werkzaamheden van de man op de ladder….

Door deze werkzaamheden is er zeer veel lawaai, welke veroorzaakt wordt door afkortzaag / slijptol in de ruimte waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.

Mede door deze werkzaamheden komt er ook een grote hoeveelheid (fijn) stof vrij door de sloopwerkzaamheden.

Hieronder de PBM waar de werknemers zich, zie grote poster op het raam, wel & niet aan houden:

  • Gehoorbescherming, slechts 1 persoon draagt gehoorbescherming
  • Oogbescherming, niemand draag oogbescherming
  • Handschoenen, iedereen draagt handschoenen
  • Veiligheidshelm, niemand draagt een veiligheidshelm
  • Stofmasker, niemand gebruikt een stofmasker
  • Veiligheidsschoenen, iedereen draag veiligheidsschoenen
  • Valbescherming, wordt op de ladder niet gebruik. raadzaam is om geen ladder maar een rolsteiger te gebruiken
  • Herkenbare kleding, niemand draagt herkenbare kleding

Slechts 2 van de 8 verplichtingen worden voldoende opgevolgd! 

Vertrouwen is goed, contole is beter. Helaas ontbreekt het nogal eens aan controles in Nederland. Nu lopen er weer enkele werknemers risico’s op bijvoorbeeld gehoorschade, oogletsel, chronische ziekte door fijnstof et cetera, waar uiteindelijk de maatschappij weer voor op mag draaien.  (geen wonder dat de ziektekosten de pan uit rijzen!)

De kosten en het handhaven zijn echter vele malen lager dan de kosten welke de maatschappij moet opbrengen voor al die mensen welke ziek of gehandicapt worden door hun werk of werkomgeving.

Toezichthouder, opdrachtgever, werkgever en werknemer zijn in deze NIET goed bezig!

ADVIES: Stel meer Veiligheidskundige toezichthouders aan bij Rijk en Gemeente.

Forse stijgingen ziektekosten is in te dammen door meer toezicht op gebruik van juiste PBM.

pbm-in-openbare-ruimte-verplichten_2

Waar je ook rondkijkt tijdens werkzaamheden in de openbare ruimte, maar ook op bouwplaatsen, in werkplaatsen en industrie, bijna overal daar waar weinig, geen of laks toezicht is op het gebruik van de juiste PBM, is duidelijk waarneembaar dat het gebruik van de juiste PBM niet of nauwelijks worden toegepast.

Op bijgaande foto zijn meerdere werkzaamheden waarbij PBM verplicht zijn, in de hoogwerker onder de fietsbrug wordt geen valbeveiliging gebruikt, ook heeft de persoon geen gehoorbescherming en oogbescherming. De persoon onder het bakje, de begeleider, draagt geen veiligheidshelm, noch gehoor- of oogbescherming. Verder zien we op het fietspad iemand aan het werk met een verlengde (motor) kettingzaag, er wordt geen gehoor- of goede oogbescherming gebruikt, en een collega staat (net buiten beeld) binnen het bereik van de verlengde (motor) kettingzaag. Ook deze collega gebruikt geen gehoor- of oogbescherming.

Het waarom niet gebruiken is vaak een raadsel, als je navraag doet worden de schouders opgehaald met de mededeling ‘moet dat dan?’, ‘dat wist ik niet’, ‘waar bemoei jij je mee’, ‘ik gebruik het straks wel’ et cetera.

Altijd ontwijkende antwoorden en in de meeste gevallen de schuld bij een ander leggen, daar zijn we met z’n allen goed in.

Vaak is het echter desinteresse of, mij overkomt niets, ik ben onkwetsbaar, is mij te veel werk, moet ik daar ook nog aan denken, flauwekul, ja maar…, en zo zijn er nog wel een heel rijtje tegenwerpingen welke kant noch wal raken.

Wat dit allemaal te maken heeft met stijgende ziektekosten? Simpel, door het niet gebruiken van de juiste gehoorbescherming zullen er op termijn allerlei extra kosten uit voort komen:

  • door verslechterd gehoor, minder goed verstaan wat een ander zegt of roept tijdens werkzaamheden en hierdoor (bijna) incidenten met de nodige medische gevolgen
  • door medisch onderzoek, in hoeverre de persoon slechter hoort
  • door aanschaf van gehoortoestel(len), 75% hiervan wordt vergoed door verzekeraar

Door het niet gebruiken van de juiste oogbescherming:

  • iemand krijgt iets in zijn oog terwijl deze bezig is met een kettingzaag, hierdoor onverwachte beweging richting een collega welke naast hem werkzaam is..
  • door oogschade naar huisarts of opname of behandeling in ziekhuis door 1 of meerdere specialisten
  • brildragend of nooit meer goed kunnen zien, hierdoor niet meer in staat om oude werkzaamheden uit te voeren

Door het niet gebruiken van de juiste valbescherming:

  • de persoon in kwestie valt, hierdoor behandeling huisarts of behandeling in ziekenhuis door 1 of meer specialisten
  • door rug- arm- been- nek of hersenletsel langdurige revalidatie noodzakelijk
  • niet meer in staat om oude werkzaamheden uit te voeren

Uiteindelijk draait de maatschappij (dus wij allen) op voor deze extra kosten, welke betrekkelijk eenvoudig kunnen worden ingedamd door het aanstellen van meer toezichthouders op het gebruik van de juiste PBM – want vertrouwen in het goede van de mens is goed………… maar controle is beter!

 

Voorbeeldfunctie : Verplichting én controle gebruik PBM in openbare ruimte?

pbm-in-openbare-ruimte-verplichten

Tijdens een wandeling over één van de mooiste pleinen in Nederland, te weten in Emmen, zie ik een drietal mannen schoonmaakwerkzaamheden verrichten. Twee mannen met een hogedruk reiniger en eentje met een soort van borstelmachine. Ze zijn bezig een bassin te ontdoen van groene aanslag.

De man achter de borselmachine draagt gehoorbescherming maar geen veiligheidsbril. De tweede man op de foto draagt zijn gewone bril en geen gehoorbescherming en de derde man, niet zichtbaar, draagt noch gehoorbescherming noch veiligheidsbril.

Als veiligheidskundige ga ik uiteraard het gesprek aan. De mannen blijken regelmatig door hun meerderen te zijn aangesproken op het (niet) dragen of gebruiken van de hun aangereikte PBM.

Uit het gesprek blijkt dat de oorzaken van het niet gebruiken van de verplichte PBM o.a. laksheid, desinteresse en onvoldoende voorlichting betreft, maar ook dat er toch geen sancties op staan op het niet gebruiken van de juiste PBM…………..

En dit terwijl de werkgever in de toekomst fors kan worden beboet c.q. voor forse schadevergoedingen kan komen te staan. Daarnaast is het een extra belasting (en kosten) voor de maatschappij en de gezondsheidszorg.

Daarom ben ik van mening dat gebruik van PBM met name in de openbare ruimte altijd verplicht moet zijn, hierin heeft zij een voorbeeldfunctie, met regelmatige controles, en bij niet gebruik sancties kunnen worden opgelegd aan zowel werkgever als werknemer.